Publiek als producent
________________________________________
Toeristen en ander erfgoedpubliek zijn normaal gesproken relatief passieve consumenten van cultureel erfgoed: ze laten zich adviseren door een reisgids en volgen het traject dat voor hen is uitgezet. Ze ‘consumeren’ wat hen wordt aangeboden en zijn daar al dan niet tevreden mee.
Maar het zebrapad van Abbey Road laat zien dat het soms anders gaat: daar is het publiek meer producent dan consument. Doordat duizenden fans van The Beatles deze plek jaar in jaar uit bezoeken, is het een lieu de mémoire, een plaats van herinnering geworden (kernbegrip: lieux de mémoire). De bezoekers van deze plek zijn actief bezig om hun eigen belevenis te creëren: ze poseren op het zebrapad voor een foto, net als The Beatles in 1969 deden.
Bron: Bron: Wikimedia Commons - Hans Andersen, Abbey Road Zebra crossing (2004) |
De verantwoordelijke minister John Penrose zei over het zebrapad: ‘Het is een fantastisch bewijs voor de internationale roem van The Beatles dat – al meer dan 40 jaar – dit zebrapad nog steeds duizenden bezoekers per jaar trekt, die proberen de iconische Abbey Road platenhoes te imiteren.’
________________________________________
Populaire cultuur als cultureel erfgoed
Dat het zebrapad en de opnamestudio’s van Abbey Road nu officieel Brits nationaal cultureel erfgoed zijn, heeft te maken met de groeiende waardering voor populaire cultuur. Populaire cultuur wordt van oudsher gezien als een lagere cultuur, terwijl de cultuur van de elite traditioneel een hogere status heeft. In de jaren zestig was het ondenkbaar om The Beatles dezelfde waarde toe te kennen als Mozart, tegenwoordig worden popmuziek en klassieke muziek als verschillende, maar wel gelijkwaardige vormen van cultuur gezien. Deze trend is ook zichtbaar op het terrein van cultureel erfgoed.
Niet alleen Abbey Road, maar ook de huizen waar Beatles-leden John Lennon en Paul McCartney opgroeiden, zijn door de Britse staat erkend als cultureel erfgoed. Deze ontwikkeling kan worden gezien als een democratisering van cultureel erfgoed.
Mede door de communicatiemogelijkheden van internet kunnen groepen mensen zelf een plek als memorabel aanwijzen: hier liepen The Beatles, hier sliepen John en Yoko (de - nagebouwde! - John en Yoko Suite in het Hilton Amsterdam), hier werd Pim Fortuyn vermoord (een plaquette in het Mediapark Hilversum), maar ook: hier speelde de roman De Da Vinci Code zich af (in het Louvre).
Bron: Wikimedia Commons - Sajjad Ali Qureshi. Huis van Osama Bin Laden op 4 mei 2011 |
Soms nemen officiële erfgoedinstanties het spontaan ontstane erfgoed over, zoals bij Abbey Road. Soms ook, als de officiële instanties de historische gebeurtenis omstreden is, wordt het ontstaan van een herdenkingsplaats tegengegaan. Dat laatste was het geval bij de villa waar Amerikaanse commando’s Osama Bin Laden doodden. Het huis werd verwoest om te voorkomen dat het een bedevaartsoord zou worden voor aanhangers van Al Qaida. Maar erfgoed kruipt waar het niet gaan kan: een van de slopers verkoopt nu stenen van de voormalige villa als souvenirs.