Plaats van herinnering


________________________________________

Vanaf de jaren 1960 kwam er meer aandacht voor de slachtoffers. Onder invloed van het Eichmannproces, de publicatie van J. Pressers studie Ondergang en de tv-serie ‘De Bezetting’ van Loe de Jong kwam de Jodenvervolging in de herinnering aan de oorlog steeds meer centraal te staan.

Maar Kamp Westerbork speelde nog geen belangrijke rol in de publieke herinneringscultuur. De overheid had het kamp voor andere, praktische doeleinden herbestemd: na de jaren 1945-1948 waarin het als interneringskamp fungeerde, werd het gebruikt als repatriëringskamp voor Indische Nederlanders. In 1951 werd het kamp ingericht als woonoord voor gedemobiliseerde KNIL-militairen van Molukse afkomst, in afwachting van hun terugkeer. Kamp Westerbork werd omgedoopt tot ‘Schattenberg’. Vanaf 1958 werd duidelijk dat terugkeer naar de Molukken een illusie was en dat de Molukkers binnen de Nederlandse samenleving moesten integreren.

Woonoord Schattenberg in 1950

Bron: Wikimedia Commons - Nationaal Archief, 904-2514
Woonoord Schattenberg op 19 oktober 1950

In 1970 werd alsnog gepoogd een Nationaal Monument te maken van Westerbork toen er een kunstwerk van kampoverlevende en beeldend kunstenaar Ralph Prins werd onthuld door koningin Juliana en prins Bernhard. Na het vertrek van de laatste Molukkers in 1971 werd het hele kamp echter gesloopt. Er kwam een picknicktafel voor in de plaats. Het terrein was onderdeel geworden van een natuurfietsroute en van een educatief Melkwegpad dat was aangelegd in verband met de Radiosterrenwacht die er sinds 1967 was gevestigd. De gevoeligheid van de grote radiotelescopen die direct naast het voormalig kampterrein verrezen, vereiste een storingsvrije zone. Rust en stilte waren zo in het hele gebied gewaarborgd.

De plaatsing van de picknicktafel in 1974 leidde tot hevige protesten en kamervragen. De sporen van Kamp Westerbork waren uitgewist: er was geen wegwijzer met 'Kamp Westerbork' (alleen enkele borden met de aanduidingen 'Woonoord Schattenberg' en 'Joods Monument') en de slagboom die de ingang markeerde was verdwenen. De Gedeputeerde Staten van Drenthe reageerden als volgt op de kritiek: 'het heeft nimmer in de bedoeling gelegen om door uitgebreide bebording of andere informatie publiek te gaan "trekken".' De picknicktafel werd verplaatst naar een gebied buiten het oorspronkelijke kampterrein.

Reconstructie van een wand van een barak en een radiotelescoop op het terrein van voormalig kamp Westerbork

Bron: Wikimedia Commons - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Reconstructie van een muur van een barak en een radiotelescoop op het terrein van het voormalige kamp Westerbork

Rond 1980 was Kamp Westerbork een soort niemandsland geworden; een schuldige, stille en verdrongen plek. Het kamp was niet te vinden op kaarten, bestemmingsplannen of in toeristische brochures. Ondertussen was de ‘tweede generatie’ zich gaan roeren. Manja Pach, dochter van een oud-gevangene van Westerbork, was erbij toen in 1971 de sloophamers doorgingen tijdens de dodenherdenking van 4 mei bij het nieuwe nationaal monument in Westerbork. Ze deed een oproep aan de autoriteiten:

Ik behoor tot de generatie die de oorlog niet heeft meegemaakt. De generatie waarvan gezegd wordt, dat zij geen behoefte meer heeft aan herdenkingen. Inderdaad, herdenkingen die niet méér zijn dan vijf minuten treuren zijn voor ons zinloos. Maar wanneer er plaatsen zijn waar herdenkingen meer kunnen betekenen, dan zullen wij daar zijn, wij en de generatie na ons. Dan vinden wij daar de rustpunten die een impuls kunnen geven aan ons handelen. Zo’n plaats moet Westerbork zijn.

Op dit verlaten plekje Nederland was de her-denking, het opnieuw denken over wat er gebeurde, hoe het gebeuren kon en hoe het nooit meer gebeuren kan, dwingend en onontkoombaar. Het kamp – de barakken, de weg erdoorheen en aan het eind van die weg het monument – was in zijn troosteloze, schuldige vreedzaamheid één roep om bezinning op het verleden en op de toekomst. En dat is dan precies datgene waarvoor herdenkingsplaatsen zinvol kunnen zijn (…).Daarom moet het kamp Westerbork blijven, daarom moeten de nog staande barakken blijven, de slagboom, en de weg door het kamp. Dat is mijn conclusie van de herdenking van dit jaar (…).

De ‘jaren zestig-generatie’ wenste te herdenken, niet door plichtmatig een paar minuten stil te zijn bij een nationaal monument, maar door herinneringsplaatsen die leidden tot bezinning op het verleden en daarmee op de toekomst. Het duurde tot begin jaren tachtig voordat het particuliere initiatief van Pach een breder draagvlak kreeg. Het besef groeide dat er iets moest gebeuren met het kampterrein. In 1983 werd het Herinneringscentrum Westerbork geopend, op bijna drie kilometer afstand van het kampterrein.

Er is iets misgegaan.
Foutmelding:
Details:
Ververs de pagina om dit probleem te verhelpen. Indien je op deze pagina al wijzigingen hebt aangebracht die nog niet zijn opgeslagen, kopieer deze wijzigingen dan voordat je de pagina ververst. Mocht het probleem zich blijven voordoen, neem dan contact op met Service en Informatie.