Eerste wetgeving


________________________________________

Eerste stappen

Toen in 1940 de Tweede Wereldoorlog uitbrak was er nog stééds geen monumentenwet. Daaraan was nu wel acuut behoefte, want de binnensteden van Rotterdam en Middelburg waren gebombardeerd en voor de wederopbouw ervan was een leidraad nodig. Welke gebouwen moesten worden hersteld, welke afgebroken?

Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, 19.805a
Stadhuis en omgeving in Middelburg na het bombardement in 1940

De Nederlandse opperbevelhebber generaal H.G. Winkelman vaardigde een tijdelijke noodmaatregel uit. Hij baseerde zich daarbij op de inventarisatie die een speciale Rijkscommissie in 1903 had gemaakt van ‘Nederlandsche Monumenten van Geschiedenis en Kunst’. De tijdelijke maatregel van Winkelman kwam erop neer dat alle kerken en gebouwen die door de Rijkscommissie waren aangemerkt als monument, beschermd waren. Dat wil zeggen dat voor herbouw, aanpassing of sloop toestemming moest worden gevraagd aan de Rijkscommissie voor de Monumentenzorg.

Toen de oorlog was afgelopen begon het gehakketak over de inhoud van de monumentenwet opnieuw. Pas in 1961 kwam de Monumentenwet tot stand. Nederland was daarmee een van de laatste landen van Europa die een monumentenwet invoerden. Die traagheid werd vooral veroorzaakt door discussies over de plichten en rechten van particuliere personen die eigenaar waren van een rijksmonument. Als de overheid particuliere eigenaren zou gaan verplichten het monument te onderhouden, moest het daarvoor benodigde geld dan ook van de overheid komen? En was het juridisch wel mogelijk om verbouwingen of afbraak van een gebouw te verbieden, als dat gebouw eigendom was van een particulier?

Door dit soort discussies werd de Monumentenwet van 1961 een compromis. Ook met de wet in de hand heeft de overheid slechts beperkte middelen om particuliere eigenaren te dwingen tot onderhoud.

________________________________________

Monumentenwet

Gebouwen die onder de Monumentenwet vallen, worden rijksmonumenten genoemd. Ze zijn wettelijk beschermd. Voor het wijzigen, verstoren of slopen van een beschermd monument is een vergunning verplicht. Het is strafbaar als deze activiteiten zonder vergunning worden uitgevoerd. Alleen gebouwen die heel bijzonder zijn in artistieke of historische zin worden aangewezen als rijksmonument. Nederland heeft ongeveer 62.000 rijksmonumenten. Tweederde van die rijksmonumenten zijn woonhuizen. De eigenaren van die huizen mogen geen verbouwing uitvoeren zonder toestemming.

De Monumentenwet van 1961 stelde nog als voorwaarde dat een gebouw minstens 50 jaar oud moest zijn om in aanmerking te komen voor wettelijke bescherming. Daardoor kwamen bouwwerken die na de Tweede Wereldoorlog zijn neergezet, lange tijd niet voor op de monumentenlijst. In 2007 werd daarom besloten om 100 gebouwen uit de eerste helft van de wederopbouwperiode (1940-1958) monumentale status te geven. Hoewel de leeftijdsgrens in 2012 kwam te vervallen, werden daarna nog eens 90 bouwwerken uit de periode 1959-1965 geselecteerd. 

Schildje van een Rijksmonument in Zelhem

Schildje van een gemeentelijk monument in Rozendaal

Bron: Wikimedia Commons - Arch
Schildje van Rijksmonument in Zelhem

Bron: Wikimedia Commons - Pimvantend
Schildje van gemeentelijk monument in Rozendaal

Behalve rijksmonumenten zijn er ook gemeentelijke monumenten. Een gemeente kan besluiten een pand op de gemeentelijke monumentenlijst te zetten dat geen nationale betekenis heeft, maar wel van plaatselijk of regionaal belang is. De provincies Noord-Holland en Drenthe kennen naast rijks- en gemeentelijke monumenten ook provinciale monumenten.

Er is iets misgegaan.
Foutmelding:
Details:
Ververs de pagina om dit probleem te verhelpen. Indien je op deze pagina al wijzigingen hebt aangebracht die nog niet zijn opgeslagen, kopieer deze wijzigingen dan voordat je de pagina ververst. Mocht het probleem zich blijven voordoen, neem dan contact op met Service en Informatie.