Blok 1 Week 1


________________________________________

 


Voorpagina online Telegraaf 14 juli 2021 

In juli 2021 kregen delen van België, Nederland, Luxemburg en Duitsland te maken met ongekend hevige wateroverlast door extreme regenval. De kans op extreem weer (extreme temperaturen, extreme neerslag) neemt toe als gevolg van klimaatverandering.1 Dat menselijk handelen het klimaat beïnvloedt, is al langer bekend: toch blijft wereldwijd de CO2-uitstoot toenemen.2 Het terugdringen van uitstoot (mitigatie) is complex, omdat het vraagt om mondiale afspraken. Niet elk land stoot (omgerekend per hoofd van de bevolking) even veel CO2 uit, en niet elk land heeft gelijke middelen om die uitstoot te beperken. Wie draagt de meeste schuld, en wie ondervindt de meeste problemen? Mogen rijke landen, die al langer veel CO2 uitstoten, bepalen dat arme landen worden beperkt in hun mogelijkheden tot economische vooruitgang? Maar ook op nationale schaal is er discussie: moeten burgers financieel opdraaien voor bijvoorbeeld energietransitie, terwijl vooral bedrijven de grote vervuilers zijn?

In deze cursus gaat u kennismaken met de culturele perspectieven op het klimaatdebat. Klimaatverandering is namelijk meer dan alleen een ‘natuurverschijnsel’. De manier waarop we omgaan met klimaatverandering heeft een belangrijke culturele component, die onderwerp van onderzoek kan zijn voor de cultuurwetenschapper. U leest nu onderstaande tekst 1.1. Deze tekst schetst in het kort de ontstaansgeschiedenis van de discipline Cultuurwetenschappen, en de manier waarop de opleiding Algemene cultuurwetenschappen aan de Open Universiteit zich heeft ontwikkeld sinds de start.

Tekst 1.1 *

‘Hoe klimaatverandering het onderwerp werd van de Introductiecursus Cultuurwetenschappen’ in: OU-cursus Introductiecursus Cultuurwetenschappen. Culturele perspectieven op het klimaatdebat CB6302 (Heerlen 2022) 1-6.

* De link naar de tekst die u moet lezen, vindt u altijd links onder 'Tekst x.x'. De link naar de brontekst onder de beschrijving in de rechterkolom hoeft u niet door te nemen. 

Bovenstaande vragen en tekst 1.1 stipten al aan dat klimaatverandering een heel complex probleem is dat niet één eenvoudige oplossing kent. Oplossingen voor dergelijke complexe problemen hebben altijd weer nieuwe, negatieve gevolgen. Dit soort complexe problemen worden vaak wicked problems of zelfs super wicked problems genoemd. Aan wicked problems worden diverse eigenschappen toegekend, bijvoorbeeld: ze zijn moeilijk of zelfs onmogelijk om op te lossen, ze zijn slecht te structureren, deeloplossingen veroorzaken vaak weer andere problemen, oplossingen kunnen niet vooraf getest worden. Klimaatverandering wordt zelfs een super wicked problem genoemd, omdat ‘tijd’ een belangrijke rol speelt.3 Een zo’n omvangrijk en globaal probleem overstijgt de grenzen van afzonderlijke wetenschappelijke disciplines en vraagt om een interdisciplinaire kijk.4 In onderstaande tekst 1.2 leest u over klimaatverandering als super wicked problem.

Tekst 1.2

Peter de Goede, ‘Inleiding: klimaatverandering als super wicked problem’ in: Idem, Wie dan leeft, dan zorgt? Klimaatverandering en het gebrek aan langetermijn-gerichtheid van politiek en bestuur (Den Haag 2015) 7-9 en literatuur [selectie].
https://www.wrr.nl/publicaties/working-papers/2015/06/10/wie-dan-leeft-wie-dan-zorgt-klimaatverandering-en-het-gebrek-aan-langetermijngerichtheid-van-politiek-en-bestuur


Filosoof Timothy Morton muntte overigens de term ‘hyperobject’, waarmee hij entiteiten bedoelt met – vanuit menselijk oogpunt bezien – enorme temporele en ruimtelijke dimensies.5 Deze hyperobjecten zijn moeilijk als ‘dingen’ te beschouwen, maar oefenen wel rechtstreeks invloed uit op de menselijke ervaring. Hyperobjecten en ook de oorzaken en gevolgen van hyperobjecten zijn nauwelijks te bevatten. De definitie van het hyperobject raakt die van het super wicked problem. Morton, die zich in zijn onderzoek bezighoudt met ecologie, noemt klimaatverandering ook een voorbeeld van een hyperobject. Zijn theorie zal in deze cursus niet uitgebreid behandeld worden (maar wel aangestipt worden in tekst 9.1*), wel gaan we vanaf week 3 dieper in op de moeilijk te bevatten temporele en ruimtelijke dimensies van klimaatverandering.

* Tekst 9.1 is niet opgenomen in deze preview.

Voor het vervolg van deze cursus is het noodzakelijk dat u tot op zekere hoogte begrijpt wat het verschijnsel ‘klimaatverandering’ betekent. Wat weet u al over dit onderwerp? Om effectief te studeren, is het van belang dat u uw voorkennis activeert. Op die manier kunt u nieuwe kennis eenvoudiger opslaan, omdat u relevante hersengebieden alvast ‘aanzet’ en nieuwe kennis kunt koppelen met de al aanwezige kennis.

Maak een woordweb.

Om uw voorkennis te activeren, gaat u bij uzelf na wat u al weet over het thema klimaatverandering. Een manier om dat te doen, is het maken van een woordweb (of: mindmap). In het midden van uw blad schrijft u het centrale thema: klimaatverandering. Daar omheen plaatst u takken met onderwerpen (bijvoorbeeld: ‘gevolgen’), van waaruit weer zijtakken kunnen groeien (bijvoorbeeld: ‘landbouw’ en ‘biodiversiteit’). Werkt u liever digitaal, bekijk dan bijvoorbeeld de mogelijkheden op Miro. Gebruik maximaal 5 minuten voor het maken van uw woordweb, en lees dan tekst 1.3.

Tekst 1.3

Bart Verheggen, Wat weten we over klimaatverandering. Een korte samenvatting van de wetenschappelijke inzichten over de huidige klimaatverandering (2020).
https://klimaatverandering.files.wordpress.com/2020/12/wat-weten-we-2020-final.pdf
 

Met deze drie teksten hebt u kennisgemaakt met Algemene cultuurwetenschappen en met het onderwerp klimaatverandering, dat een thema is waarmee cultuurwetenschappers zich bezighouden. Hieronder vindt u een aantal opdrachten ('zelftoets'). U krijgt bij de opdrachten automatische feedback. Door middel van de opdrachten bent u actief bezig met de aangeboden stof. De opdrachten kunnen daarbij verschillende doelen hebben, bijvoorbeeld: u kunt controleren of u de aangeboden stof begrepen hebt, of, u gaat verbanden leggen tussen verschillende onderdelen van de stof. Sommige automatische antwoorden in die zelftoetsen zijn nogal uitgebreid. Laat u daardoor niet afschrikken. Daar hebben wij docenten voor gekozen omdat u zelfstandig studeert, en we een heel gemêleerde groep studenten bedienen. Een antwoord moet voldoende uitleg bevatten zodat u verder kunt. Het betekent niet dat wij direct al zulke uitgebreide antwoorden van u verwachten. Het tentamen (meer informatie daarover komt u vanzelf tegen in de cursus) zal grotendeels bestaan uit meerkeuzevragen.

Vervolgens gaat u verder met het onderdeel Vaardigheden 1. Ook daar horen opdrachten bij waarop u veelal feedback krijgt. De rest van de cursus volgt deze structuur: elke week bestaat uit een inhoudelijk deel, inclusief bronnen die u bestudeert, gevolgd door opdrachten, en daarna volgt steeds een vaardigheden-deel met eigen opdrachten.

________________________________________

Noten

​​​​​​In de cursus wordt regelmatig middels voetnoten verwezen naar bronnen. Deze bronnen zijn bijvoorbeeld bedoeld als onderbouwing van hetgeen geschreven staat (u kunt middels de bronnen de tekst controleren) of er worden voorbeelden aangedragen die u kunt lezen als u meer wilt weten over een onderwerp. De teksten die alleen in de voetnoten genoemd worden, behoren niet tot de tentamenstof. De teksten waarvan u gevraagd wordt ze te lezen (deze week zijn dat: tekst 1.1, tekst 1.2 en tekst 1.3), behoren wel tot de tentamenstof.

  1. Zie over de hevige regenval en overstromingen van juli 2021 bijvoorbeeld: Expertise Netwerk Waterveiligheid, Hoogwater 2021. Feiten en duiding. https://klimaatadaptatienederland.nl/publish/pages/192998/hoogwater-2021-feiten-en-duiding.pdf, laatst geraadpleegd op 29 maart 2022.
  2. Zie bijvoorbeeld over wereldwijde uitstoot en verwachte toename: ‘Wereldwijde koolstofuitstoot weer bijna op het niveau van voor de coronapandemie’. www.wur.nl 4 november 2021. https://www.wur.nl/nl/nieuws/wereldwijde-koolstofuitstoot-weer-bijna-op-het-niveau-van-voor-de-coronapandemie.htm, laatst geraadpleegd op 29 maart 2022.
  3. Zie bijvoorbeeld K. Levin, B. Cashore, S. Bernstein en G. Auld, 'Overcoming the tragedy of super wicked problems: constraining our future selves to ameliorate global climate change', Policy Sciences 45 (2012) 123-152. https://link.springer.com/article/10.1007/s11077-012-9151-0.
  4. Zie bijvoorbeeld A. Horn, E. Urias en M.B.M. Zweekhorst, 'Epistemic stability and epistemic adaptability: interdisciplinary knowledge integration competencies for complex sustainability issues', Sustainability Science 17 (2022) afl. 5, 1959-1976. https://doi.org/10.1007/s11625-022-01113-2.
  5. Timothy Morton, Hyperobjects. Philosophy and ecology after the end of the world (Minneapolis 2013) 1.
Er is iets misgegaan.
Foutmelding:
Details:
Ververs de pagina om dit probleem te verhelpen. Indien je op deze pagina al wijzigingen hebt aangebracht die nog niet zijn opgeslagen, kopieer deze wijzigingen dan voordat je de pagina ververst. Mocht het probleem zich blijven voordoen, neem dan contact op met Service en Informatie.