Zelftoets H4
________________________________________
Erfgoed is het hedendaagse gebruik van het verleden. Het gaat over een verleden dat geen verleden is, maar nog belang heeft voor het heden. Dit belang heeft vooral te maken met identiteitsvorming. Uit dit deel is gebleken dat deze identiteitsvorming op verschillende niveaus kan plaatsvinden – van individu tot de gehele mensheid – maar het nationale niveau speelt bij erfgoed vaak een dominante rol.
De manier waarop erfgoed en groepsidentiteiten vormgeven aan elkaar verandert met de tijd. Musea zijn geen identiteitsfabrieken meer, Westerbork is niet langer een verstild natuurgebied en Nederlands werelderfgoed is niet meer alleen te vinden in Holland. Ook de vraag wie bepaalt wat wel en geen erfgoed wordt, heeft een ander antwoord gekregen dan vroeger. Het zijn niet meer alleen de ‘dirigenten van de herinnering’, de beleidsmakers en experts, die van bovenaf de productie van erfgoed bepalen. Met de toegenomen interesse voor immaterieel erfgoed, stijgt ook de invloed van gemeenschappen die het erfgoed levend houden. Voor het identificeren en definiëren van het immateriële erfgoed blijft het nationale niveau en daarmee de nationale identiteit echter van groot belang. Daarbij blijkt dat immaterieel erfgoed veel meer een publiek en politiek discussiestuk is dan materieel erfgoed.