Selectie tradities
________________________________________
Hoe werkt het nu eigenlijk met de selectie van immaterieel erfgoed ‘van onderop’? Gemeenschappen kunnen zaken voorstellen voor de ‘immateriële lijst’, maar er moet uiteindelijk weer een ‘nationale lijst’ tot stand komen. Pas als immaterieel erfgoed-uitingen op een nationale lijst staan, kan Nederland ze voordragen voor de internationale UNESCO-lijst. In werkelijkheid gaat het bij de selectie om de interactie tussen drie belanghebbenden: naast de gemeenschappen zijn dit beleidsmakers en erfgoeddeskundigen. Zoals in deel 2 al werd vermeld, heeft het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland (voorheen Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel erfgoed) een spilfunctie bij het maken van deze nationale lijst.
Bron: Wikimedia Commons - Ymnes |
Van juli 2007 tot juli 2008 hield het Kenniscentrum ‘een grote nationale enquête’ onder duizenden Nederlanders met de vraag wat zij beschouwden als de tien belangrijkste Nederlandse tradities en waarom. Ruim 3000 Nederlanders met verschillende achtergronden reageerden. Op de lijst met de 100 belangrijkste tradities stond Sinterklaas op nr. 1, Kerstmis op 2. en Koninginnedag op 3. Er was ook aandacht voor tradities van ‘nieuwe Nederlanders’ (het Suikerfeest, Holi Phagwa), relatief nieuwe tradities (e-mail lezen, Gay-Parade, 8 Uur journaal kijken), omstreden tradities (Luilak, de Meidenmarkt in Schoorl), tradities die aan de schaduwzijden van de Nederlandse geschiedenis herinneren (Keti Koti: de jaarlijkse herdenking en viering van de afschaffing van de slavernij) en heel veel etenswaar (onder andere drop, stamppot, haring, erwtensoep, kaas, broodje pom, nasi en bami).
Klik hier voor de volledige lijst van 100 tradities.