UNESCO Immaterieel erfgoed
________________________________________
In deel 2 van deze cursus is het UNESCO Verdrag ter bescherming van het Immaterieel Erfgoed uit 2003 behandeld. In de UNESCO-definitie gaat het bij immaterieel erfgoed om sociale praktijken, uitingen, kennis, vaardigheden en representaties die communities (gemeenschappen) van mensen herkennen als onderdeel van hun eigen cultureel erfgoed. Doel van het verdrag is het waarborgen van de diversiteit aan tradities, rituelen en gebruiken. In tegenstelling tot het materiële erfgoed gebeurt de selectie van het immateriële erfgoed niet door een nationale overheidsorganisatie, maar ‘van onderop’. De inbreng en participatie van ‘communities’, de ‘dragers’ van het erfgoed, worden van groot belang geacht. Dit is bijzonder, want in internationale verdragen vormen de natiestaten meestal het uitgangspunt. Dat dit in het geval van de materiële lijst leidt tot het prevaleren van nationale boven universele waarden hebben we in de vorige paragraaf kunnen zien. De vraag is welke identiteiten vorm krijgen in de immateriële lijst. Zijn dit werkelijk de identiteiten van lokale gemeenschappen of speelt nationale identiteit ook weer een rol? Om deze vraag te kunnen beantwoorden, moeten we eerst begrijpen wat UNESCO verstaat onder ‘communities’ (Kernbegrip: communities).