Nederlands werelderfgoed
________________________________________
Nederland is met één natuurlijk (de Waddenzee) en negen culturele objecten op de Werelderfgoedlijst vertegenwoordigd. Vijf van de culturele zaken hebben het typisch Nederlandse thema water gemeen: het voormalige eiland Schokland in de Flevopolder, de Stelling van Amsterdam, de molens van Kinderdijk, het Woudagemaal in Lemmer (zie de afbeelding hieronder) en Droogmakerij De Beemster. De vier andere cultuurgoederen op de lijst zijn: het huis dat architect Gerrit Rietveld in 1924 bouwde voor mevrouw Truus Schröder-Schräder, de zeventiende-eeuwse grachtengordel van Amsterdam, de Van Nelle-fabriek in Rotterdam en, buiten Nederland maar wel behorend tot het Nederlandse koninkrijk, het historische deel van Willemstad op Curaçao. In Hoofdstuk 3 van Deel 4 wordt nader ingegaan op de relatie tussen het Nederlandse werelderfgoed en de identiteit van Nederland.
Bron: Wikimedia Commons - Hanno Lans |
Bron: Wikimedia Commons - Uberprutser |
De minister of staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) bepaalt het beleid op het gebied van cultureel Nederlands werelderfgoed. Voor natuurlijk werelderfgoed in Nederland is de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie verantwoordelijk. Zij worden daarbij geadviseerd door de Nationale UNESCO Commissie.
De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed voert het werelderfgoedbeleid uit.
De stichting Werelderfgoed.nl brengt Nederlands werelderfgoed onder de aandacht van het grote publiek.
In 2010 werd de Amsterdamse grachtengordel op de Werelderfgoedlijst geplaatst. Niet alle Amsterdammers waren daar blij mee. Sommigen vrezen dat Amsterdam een openluchtmuseum wordt, waarin niets meer mag veranderen. In een nieuwsuitzending van 30 juli 2010 over de aanstaande plaatsing op de Werelderfgoedlijst van de grachtengordel komt zowel een trotse als een ongeruste Amsterdammer aan het woord.