Uitzonderlijke universele waarde
________________________________________
Wat komt er op de Werelderfgoedlijst? Het belangrijkste criterium voor plaatsing op de lijst is dat iets ‘outstanding universal value’ bezit, ‘uitzonderlijke universele waarde’. Die uitzonderlijke universele waarde kan toegekend worden aan een gebouw of groep gebouwen, een (deel van een) stad, een archeologische vindplaats of een natuurgebied. In het laatste geval gaat het niet om cultureel erfgoed, maar om natuurlijk erfgoed, ‘natural heritage’.
Of iets van uitzonderlijke universele waarde is, wordt bepaald door gespecialiseerde adviescommissies van UNESCO. Maar deze commissies selecteren niet zelf welke gebouwen of locaties in aanmerking komen voor plaatsing op de Werelderfgoedlijst. Dat doen de landen waar zich de potentiële werelderfgoederen bevinden. Elk land dat het Werelderfgoedverdrag heeft getekend, kan iets voordragen voor de lijst. Daaruit maken de commissies van UNESCO vervolgens een keuze.
In totaal hebben 198 landen het Werelderfgoedverdrag (ook wel Werelderfgoedconventie genoemd) bekrachtigd, waaronder Nederland (in 1992). Van de 962 werelderfgoederen op de lijst, ingebracht door 157 landen, zijn er 745 cultureel van aard en 188 natuurlijk; 29 hebben zowel culturele als natuurlijke aspecten. De interactieve kaart van UNESCO’s Word Heritage Centre laat goed zien hoe het werelderfgoed is verdeeld over de aarde.
Sinds 2003 erkent UNESCO ook zogeheten intangible cultural heritage, immaterieel erfgoed (kernbegrip: immaterieel erfgoed). Daar wordt in het volgende hoofdstuk dieper op ingegaan.