2.4 Immaterieel erfgoed
________________________________________
Met immaterieel erfgoed worden culturele fenomenen bedoeld die geen tastbare vorm hebben, zoals tradities, rituelen en gebruiken. In Nederland is dat bijvoorbeeld het afsteken van vuurwerk en het bakken van oliebollen met oud en nieuw. Maar ook traditionele muziek, dans en theater valt onder immaterieel erfgoed. Denk aan de tango van Argentinië en Uruguay (zie de afbeelding) of het Wajang poppentheater van Indonesië (kernbegrip: immaterieel erfgoed).
Bron: UNESCO - Michel Ravassard |
Bron: Wikimedia Commons - Gunawan Kartapranata |
In 2003 heeft UNESCO een verdrag aangenomen ter bescherming en versterking (‘safeguarding’ in het Engels) van het immaterieel erfgoed. Sindsdien speelt het begrip een belangrijke rol in discussies over erfgoed. Enerzijds in wetenschappelijke discussies, omdat de immateriële waarde van een cultuurgoed een onmisbaar element is geworden om de waardering ervan te verklaren. Anderzijds in politieke en beleidsmatige discussies, omdat immaterieel erfgoed nauw verbonden is met de identiteit van landen en groepen in de samenleving.
Het gevoel van saamhorigheid binnen een groep hangt vaak samen met het gemeenschappelijke immateriële erfgoed dat alle leden van de groep koesteren. Zo voelen veel Nederlanders zich meer Nederlander wanneer zij Koninginnedag vieren of meedoen met de oranjegekte rond het Nederlands voetbalelftal. Aan de andere kant kan immaterieel erfgoed ook leiden tot buitensluiting van mensen die niet ingewijd zijn in de tradities, rituelen en gebruiken van een groep. In Deel 4 van deze cursus zal dieper worden ingaan op deze samenhang tussen cultureel (immaterieel) erfgoed en identiteit.