Digitale didactiek
Activeren in online onderwijs
Activerend onderwijs helpt de student bij een beter verwerken van de leerstof en optimaliseert zo het leren. Maar hoe activeer je studenten in online onderwijs? De antwoorden op deze vraag zijn gebaseerd op onderstaande 3 kenmerken van online activerend onderwijs:
- Motiverende en doelgerichte opdrachten
- Interactie en samenwerking
- Zelfverantwoordelijk leren
Activerend onderwijs betekent dus ook dat studenten de mogelijkheid krijgen zelfstandig aan de slag te gaan om de leerdoelen te bereiken- dat kan zowel individueel als in groepsverband.
Hieronder vind je suggesties en voorbeelden van werkvormen die studenten een actieve houding geven bij het doorlopen van de studie:
Leerstof uitleggen, demonstreren
- Wanneer je iets wilt uitleggen/demonstreren, gebruik dan gerust een opname, maar let op: maak korte kennisclips van 5 –max. 7 minuten en zorg dat je studenten een verwerkingsopdracht geeft bij het bekijken van de kennisclip, zodat ze na het bekijken actief met de gepresenteerde inhoud aan de slag gaan. Ook kun je vragen voor, na of zelfs tijdens de kennisclip stellen.
- Je kunt een kennisclip/video ook opknippen in aanklikbare delen en hier steeds deelopdrachten bij geven.
- Ook is het aan te raden om voorafgaand aan een nieuw onderwerp de studenten te helpen bij het activeren van hun voorkennis - en als deze niet of in kleine mate aanwezig is hen nieuwsgierig te maken naar het onderwerp. Je kunt de voorkennis activeren door een test of een opdracht. Laat bijvoorbeeld een mindmap maken voordat een nieuw onderwerp aan de orde gesteld wordt en laat studenten zelf relaties met (sub)onderwerpen aangeven.
Voorbeelden
- Bekijk de kennisclip ‘Het onderwijsproces’. Bedenk en noteer voor jezelf bij de uitleg over het kennisproces of je onderdelen herkent in je eigen praktijk, wat nieuw voor je is en wat bruikbaar kan zijn voor je eigen praktijk.
- Noteer voor jezelf de vragen die volgens jou bij een intakegesprek aan de orde moeten komen. Bekijk nu onderstaande opname van een intakegesprek en maak de lijst met intakevragen compleet.
- Bekijk dit interview met…/betoog van… en ga voor jezelf na of je herkent wat gezegd wordt. Ga dan zelf aan de slag met de opdrachten onder de video's.
Studenten aan het werk zetten met een (groeps)opdracht
Laat studenten actief aan de slag gaan met de leerstof. Help hen de kennis te verwerken en laat hen de kennis toepassen met behulp van een opdracht:
Vergroot de motivatie voor het uitvoeren van de opdracht door deze betekenisvol te maken: sluit aan bij de belevingswereld van de student, de actualiteiten.
Voorbeelden van activerende opdrachten
- Maak een overzicht van… en gebruik hiertoe bijvoorbeeld dit invulschema
- Maak een mindmap van …. en gebruik hiervoor bijvoorbeeld mindmeister. Deel je mindmap in het discussieforum.
- Beschrijf hoe de principes van … terug te zien zijn in je eigen (stage)praktijk
- Lees het hoofdstuk over … en noteer de kernpunten van …
- Bekijk de stellingen over xxx in het disucssieforum. Kies een stelling en beargumenteer je keuze in het discussieforum.
Zelfverantwoordelijk leren
Zorg ook dat studenten zelfstandig aan de slag kunnen met de leerstof en opdrachten. En bedenk: hoe meer zelfstandigheid, hoe meer structuur de opdracht moet bevatten - je wilt immers niet 20 mails ontvangen, omdat de opdracht niet duidelijk is.
Beschrijf duidelijk wat de student moet opleveren (in welke vorm, aantal pagina’s), geef een indicatie van de studielast (in termen van te besteden tijd). Leg uit hoe de opdracht ingeleverd moet worden en op welke wijze en wanneer de student feedback kan verwachten.
Feedback
Zorg dat de student tijdig feedback krijgt op de opdrachten. Afhankelijk van het type opdracht, kan op verschillende wijzen in feedback voorzien worden:
- Opdrachten met automatische feedback. Daarbij levert een student een opdracht in en krijgt dan onmiddellijk de uitwerking van de docent of een expert die hij/zij kan vergelijken met de eigen uitwerking.
- Peerfeedback: Een ingestuurde opdracht wordt van opmerkingen voorzien door een andere deelnemer.
Reflectie en zelftoets
Ook kan er voor gekozen worden de student een zelftoets te laten maken, om zo zelf te testen in welke mate de stof beheerst/begrepen is. Zelftoets: Hierbij kunnen zowel gesloten als open vragen gebruikt worden. Bij gesloten vragen is het mogelijk om direct het antwoord te scoren, bij open vragen krijgt een student het juiste antwoord en moet dat vergelijken met de eigen antwoorden. Zo’n zelftoets helpt bij het verwerken van de stof en leidt tot betere leerresultaten. Het is daarbij wel nodig dat je aan studenten duidelijk maakt waarom je deze leeractiviteit inzet en dat het niet een controle-instrument of een test is.
Met een reflectie-opdracht via blog of vlog (of eventueel in een discussieforum) kunnen studenten gevraagd worden terug te kijken op wat ze gedaan hebben, om sterke en zwakke punten te formuleren en/of verbinding te maken met de theorie. Door het opschrijven of vertellen worden gedachten geherstructureerd en kan de stof actief verwerkt worden. Studenten kunnen ook reageren op elkaars vlogs of blogs of posts.
Interactie en samenwerking
- Laat studenten een videoclip/film/interview/krantenartikel over een actueel thema, bijvoorbeeld klimaatverandering, en koppel hieraan een aantal stellingen waarop studenten via de discussiegroep moeten reageren (discussiëren)
- opdracht tot digitaal inrichten van een schilderijententoonstelling met behulp van digitale museumcollecties
- virtuele posterpresentatie van bevindingen/uitwerking van een opdracht in discussiegroep of virtuele klas