Verklaring erfgoeddeelname
________________________________________
De belangrijkste factor bij het verklaren van verschillen in erfgoeddeelname is cultureel kapitaal (kernbegrip: cultureel kapitaal). Cultureel kapitaal is de culturele bagage (kennis en vaardigheden) die mensen zich eigen maken door middel van vorming – zowel formeel, op school, als informeel, door het zichzelf eigen maken of door het leren van anderen. Hoe hoger het eigen opleidingsniveau en dat van de ouders, en hoe meer cultureel actief men is in de vrije tijd, hoe groter de kans is dat men erfgoed bezoekt.
Mensen die in het geheel niet geïnteresseerd zijn in erfgoed (door het SCP de ‘non-actieven’ genoemd) hebben vaak een lagere opleiding (en inkomen). Het feit dat niet-westerse allochtonen minder vaak erfgoed bezoeken, valt in ieder geval voor een deel te verklaren uit hun geringere culturele kapitaal. Mensen die juist een bovenmatige interesse voor erfgoed hebben (de ‘erfgoedliefhebbers’), zijn over het algemeen ook op andere gebieden cultureel actief en vice versa. Trouwens, niet alleen óf je hebt geleerd maakt wat uit, maar ook wát je hebt geleerd. Een kunsthistoricus gaat eerder naar een museum dan een werktuigbouwkundige.
Opleiding speelt een belangrijke rol bij erfgoeddeelname. Een overheid die erfgoeddeelname belangrijk vindt, moet dus investeren in beter geschiedenis- en cultuuronderwijs. Sinds 2004 heeft het basisonderwijs de wettelijke taak gekregen om erfgoed in het onderwijscurriculum op te nemen.