Digitale didactiek

Rob Martens


Online onderwijs: do’s en don’ts

De ontwikkelingen rond het COVID-19 virus hebben ertoe geleid dat we proberen de kans op verdere verspreiding te minimaliseren door fysieke contacten zoveel mogelijk te beperken. Onderwijsinstellingen zijn daarom massaal maar vaak ook onvoorbereid overgestapt op het inzetten van technieken van online learning.

In dit stuk doen we enkele pragmatische handreikingen voor iedereen die graag wil weten hoe je dit het beste kunt aanpakken.

Het belangrijkste is dit. In face to face onderwijs zie je leerlingen of student. Je ziet als iemand iets niet begrijpt of ‘afhaakt’. Je kunt daardoor voortdurend datgene wat je vertelt of uitlegt aanpassen aan de reacties die je krijgt. Dat gaan vaak ‘vanzelf’ of ‘intuïtief’.

Zo’n zichtbare klas of collegezaal ontbreekt in online onderwijs. Je moet meer vooruit denken. Toch kan goed opgezet online onderwijs een uitstekend werkend en aantrekkelijk alternatief zijn. Waar moet je op letten?

 

Denk vooruit

Dit is misschien de belangrijkste les uit het organiseren van online leren. Je moet proberen te voorzien waar onduidelijkheden ontstaan omdat je minder ruimte hebt om ze te corrigeren tijdens het leerproces. Afstandsuniversiteiten gebruiken daar verschillende technieken voor. Ze ordenen het onderwijsmateriaal zo goed mogelijk. Je ziet dat vaak in de lay-out van het cursusmateriaal dat afstandsuniversiteiten maken: steeds is duidelijk wat de functie van een stuk tekst is. Is het een voorbeeld, een stukje theorie of extra uitleg? Het is belangrijk dat steeds aan te geven. Het is iets dat je ‘vanzelf’ doet in contactonderwijs, maar in afstandsonderwijs zal je het van te voren moeten bedenken. Daarbij sluit aan het gebruik van wat we ‘ingebouwde begeleidingscomponenten’ noemen. Dat zijn stukken tekst en informatie die specifiek bedoeld zijn om onderwijsmateriaal beter studeerbaar te maken. Ze werken heel goed in online onderwijs. Bijvoorbeeld bij geschreven teksten leg je steeds even uit wat er gaat volgen of wat er gaat komen. We noemen dat advance organizers. Zoals: ‘In de volgende paragraaf gaan we dieper in op de gevolgen van vitamine D deficiëntie voor het immuunsysteem’. De student of leerling begrijpt daardoor beter waarom hij iets leest. Je kunt die toelichting ook achteraf geven: ‘in dit hoofdstuk hebben we gezien dat…’. Zelftoetsen, oefenopgaves, voorbeelden, overzichten, samenvattingen, schema’s: al dat soort ingebouwde begeleidinsgcomponenten maken het studieproces voor een student of leerling op afstand makkelijker. Ze nemen ook onzekerheid weg. Door een oefenopgave te maken als student kun je nagaan je of de leerstof voldoende begrepen hebt. Op wie nooit materiaal voor afstandsonderwijs gemaakt heeft, zal het intensief gebruik van zulke ingebouwde begeleidinsgcomponenten aan het begin zeker wat geforceerd kunnen overkomen. Maar ze helpen echt.

 

Probeer je leerlingen te zien en laat je zien

In een klaslokaal zie je leerlingen. In afstandsonderwijs of online leren is dat lastiger. Maar juist dat contact met je leerlingen kan helpen, niet alleen omdat je kunt zien of iemand iets nog goed volgt of nog voldoende ‘mee is’. Maar ook omdat leerlingen zo’n relatie fijn vinden. Zonder relatie geen prestatie. Dus een YouTube docent kan een pedagogische relatie met zijn studenten opbouwen, hoe vreemd dat misschien op het eerste gezicht klinkt. Dat helpt bij het leren, zo weten we uit onderzoek. Gebruik daarom, waar mogelijk, manieren om bewegend beeld te gebruiken. Er zijn tal van manieren voor, van skype tot YouTube filmpjes. Soms zijn ze meer motivationeel of grappig dan dat ze echt onmisbaar zijn als leerinhoud. Dat geeft niet, ze helpen, want juist die zo belangrijke pedagogische relatie kan verloren gaan in afstandsonderwijs.

Je kunt je leerlingen ook op andere manieren ‘zien’. Vraag bijvoorbeeld op gezette momenten een opdracht in te sturen of iets te doen. Hoe voor de hand liggend het ook klinkt: juist dat helpt om snel te zien of iemand ‘niet meer mee is’. Bouw dus regelmatig van dit soort feedbackmomenten in. Je ‘ziet’ je leerlingen of studenten er door, ook al zitten ze op afstand. Wanneer je als leerling op afstand zit kan dat je onzeker maken. Regelmatige feedback kan helpen die onzekerheid weg te halen, al is het maar door de aanmoediging dat iemand op de goede weg is of een opgave goed gemaakt heeft. Studenten en leerlingen willen heel graag weten waar ze staan.

 

Gebruik schaalvoordelen

Online onderwijs heeft schaalvoordelen. Als je een cursus of les eenmaal goed hebt opgezet, er duidelijke uitleg met goede ingebouwde begeleidinsgcomponenten bij gemaakt hebt en misschien ook wat filmpjes, dan kan het onderwijsmateriaal zijn werk doen. Of je het nou aan 10 studenten uitreikt of aan 1000. Heel duidelijk zie je dat bijvoorbeeld wanneer je de meest voorkomende vragen die leerlingen kunnen hebben bij de leerstof, al op voorhand weet te voorzien. In plaats van steeds mails beantwoorden met dezelfde vragen, kun je de meest voorkomende vragen proberen te voorzien of bijvoorbeeld in een FAQ opnemen. Het vergt even een investering aan het begin, maar het betaalt zich zeker terug.

 

Combineer binnen en tussen media

Als je de ruimte en de tijd hebt kun je wat verder gaan met je online onderwijs. Je kunt slim mediatypes gaan combineren of bijvoorbeeld je onderwijsmateriaal verdelen in een tekstboek en een werkboek. Dat is een manier die instellingen voor online leren vaak gebruiken. In het tekstboek staat de theorie, in het werkboek oefeningen, uitleg en allerlei begeleidinsgcomponenten. Het helpt enorm om je onderwijs duidelijker te maken. Andere slimme combinaties kun je ook maken tussen mediatypes. Combineer je opgenomen uitleg met een duidelijke PowerPoint presentatie. Investeer daarin, het betaalt zich terug. Maar let wel op de waarschuwing die we hieronder geven.

 

Vermijd fancy technieken

De verleiding is groot om, als je dan toch aan de slag gaat met online leren, allerlei fancy technieken te gebruiken. Soms kan dat leuk of motiverend zijn, maar vaker zaait het verwarring. Zeker als bijvoorbeeld binnen een onderwijsinstellingen docenten allerlei verschillende technieken gaan inzetten. Ook al is een bepaald technisch hulpmiddel misschien wat minder geavanceerd dan je zou wensen als docent, voor je leerlingen helpt eenduidigheid en standaardisatie enorm. Beperk daarom het aantal technieken, tools en platforms. Het is daarbij ook handig om de techniek als school of als instelling centraal te regelen of te beleggen bij een dienst of een clubje geïnteresseerde docenten. Pragmatische taakverdeling en samenwerking van docenten zal enorm helpen.

Er is iets misgegaan.
Foutmelding:
Details:
Ververs de pagina om dit probleem te verhelpen. Indien je op deze pagina al wijzigingen hebt aangebracht die nog niet zijn opgeslagen, kopieer deze wijzigingen dan voordat je de pagina ververst. Mocht het probleem zich blijven voordoen, neem dan contact op met Service en Informatie.