3. Het erfgoedpubliek
________________________________________
Erfgoed was lange tijd alleen van en voor de ‘happy few’. Dit veranderde eind achttiende eeuw: toen begonnen openbare musea, archieven, bibliotheken en monumenten met het publiek maken van erfgoed in naam van ‘het volk’. Maar wie is eigenlijk ‘het volk’ dat erfgoed bezoekt? En waarom laten erfgoedinstellingen zich iets gelegen liggen aan hun bezoekers? In dit deel staan de gebruikers van cultureel erfgoed centraal, oftewel het publiek.
Bron: Wikimedia Commons - Looi |
Bron: Wikimedia Commons - Neoneo13 |
In het eerste hoofdstuk krijgt u een globaal beeld van het erfgoedpubliek in Nederland anno nu. U leert hoe en waarom de stem van het publiek steeds belangrijker is geworden voor erfgoedinstellingen. Daarna zetten we in het tweede hoofdstuk een stapje terug in de tijd om te zien dat de ontwikkeling naar meer afstemming op het publiek grillig verliep. Dit historische overzicht eindigt bij de beleveniseconomie van vandaag. Het laatste hoofdstuk gaat dieper in op het fenomeen van erfgoed als belevenis. Volgens critici komt hierdoor de authenticiteit van het erfgoed in het geding. Maar is dit wel zo en zo ja, is dit erg?
Ook dit deel wordt afgesloten met een zelftoets bestaande uit enkele vragen met een feedback. Aan het eind van dit deel heeft u inzicht gekregen in de samenstelling en criteria van het erfgoedpubliek in Nederland. U kunt deze kennis in een historisch kader plaatsen waarin het publiek een steeds belangrijker factor werd. Ook begrijpt u de recente ontwikkeling waarin erfgoed onderdeel is geworden van de beleveniseconomie. U kunt reflecteren op het begrip authenticiteit.