Digitale didactiek
Concrete voorbeelden van effectieve studiestrategieën
Er is veel onderzoek gedaan naar studeermethoden of –strategieën die wel of niet werken. De cognitieve psychologie heeft veel inzichten opgeleverd over de onderliggende mechanismen die maken dat bepaalde manieren van studeren beter werken dan anderen. Die psychologie laat zien hoe cognitieve structuren worden opgebouwd, aan- en ingevuld en zich verankeren.
Door de juiste studiestrategie te kiezen kun je die structuren verder uitbouwen en vergroot je het studieresultaat. De strategieën geven ideeën voor de te kiezen werkvormen voor effectief studeren.
Voorop staat altijd: actief omgaan met de stof (vanuit de lerende gezien) én (vanuit de docent gezien) de stof zo inrichten dat het ook uitlokt tot actieve verwerking. Het passieve leren – een gevulde emmer met kennis over iemand uitstorten – werkt niet effectief en beklijft niet.
Wat kan een lerende (student, leerling) zelf doen om effectief te studeren?
Een overzichtelijke site met allerlei handige leertips, gebaseerd op een drietal leerstrategieën.
Voorbeelden
Hieronder vind je een ordening van enkele van die leertips en verder uitgewerkt in concrete voorbeelden en ideeën voor werkvormen. Daarbij ook zo mogelijk tools, hulpmiddelen die je daarbij kunt gebruiken.
De studiemethoden zijn individueel uit te voeren, maar ook geschikt om in een klein groepje te doen. Daarvan vind je hieronder ook een aantal ideeën.
De onderwerpen zijn ingedeeld naar:
- Lezen en bestuderen van teksten
- Verwerken van de stof
- Ophalen van wat je al weet of hebt geleerd.
- Vragen over de leerstof beantwoorden, maak ‘zelftoetsen’
- Uitleggen aan anderen
- Zoek de samenwerking /deel met anderen
Lezen en bestuderen van teksten
- Lees de tekst, eventueel hardop en kom los van de tekst
- Deel de tekst op in eenheden en probeer elke eenheid na het lezen in eigen woorden te vertellen
- Ga niet gedachteloos allerlei zinnen markeren. Markeer alleen als je er bewust over nagedacht hebt, bijvoorbeeld sleutelbegrippen. Die kunnen dienen als ankerpunten of kapstok.
Verwerken van teksten
- Gebruik de ankerpunten om later weer de stof weer actief op te halen, in eigen woorden en herhaal dit regelmatig
- Vang of druk de stof uit in plaatjes, schetsen, schema’s etc.
- Door de stof te visualiseren, schetsen (letterlijk), uit te beelden, grafisch vorm te geven.
- (‘een beeld zegt meer dan 1000 woorden’).
- Leer door de stof te schematiseren; maak invulschema’s
- Maak een mindmap (en leg deze uit aan anderen)
- Orden je aantekeningen met de Cornell methode.
Ophalen van wat je al weet of hebt geleerd.
- Schrijf woorden, begrippen, zinnen uit de leerstof op losse post-its, en ga deze ordenen in een bepaalde structuur.
- Licht de structuur in je eigen woorden toe, je krijgt snel genoeg door of de structuur klopt
- Controleer of een opzet/inhoudsopgave/ schema klopt. Zijn de niveaus goed ingedeeld ? (bijvoorbeeld bij een ‘harkstructuur’? Worden alle onderliggende begrippen gedekt door het hoofdbegrip ? Wordt het hoofdbegrip gesteund door de onderliggende begrippen. Hou je begrippen over? Valt er een gat ? Zitten er denkfouten of logische fouten in?
Beantwoord regelmatig vragen over de leerstof, maak ‘zelftoetsen’
- Ontwerp zelf een toets
- Vorm een groepje, waarin iedereen vijf toets- of oefenvragen ontwerpt en met elkaar deelt bijvoorbeeld in een discussieforum ; spreek een bepaalde tijd van oplevering af, maak elkaars vragen en bespreek de antwoorden en geef eventueel feedback .
- Bedenk matching puzzels: zoek de juiste begrippen bij de juiste uitspraken.
- Bedenk een spel of spelvorm obv de leerstof. Bijvoorbeeld: moet je veel begrippenrijtjes onthouden (basisbegrippen uit een basiscursus), maak een kwartet, waarin je de begrippen groepeert naar categorieën, en die anderen kunnen spelen.
Uitleggen aan anderen
- Gebruik de ankerpunten/ steekwoorden/ kernbegrippen (zie Lezen van teksten)
- Neem iemand in gedachten aan wie je de stof zou moeten uitleggen, bijvoorbeeld een denkbeeldige tante of neefje die onbekend is met de materie. Probeer de leerstof in eigen woorden, eventueel met eigen voorbeelden bepaalde begrippen, principes, etc. uit te leggen aan deze denkbeeldige persoon.
- Maak een folder voor een bepaalde doelgroep over een onderwerp: met informatie; uitnodiging, aankondiging van evenement. Waarin je ook plaatjes, tekeningen, schetsen gebruikt. Bij uitstek geschikt om in duo ’s te doen.
- Maak een (wetenschappelijke) poster, waarin je de kern van bepaalde vaste onderdelen benoemt, maar in weinig woorden en met afbeeldingen etc.
- Maak een presentatie in PowerPoint over een onderwerp en presenteer dit aan je studiegenoten (via een communicatiemiddel, facebook, vlog, in een zelf opgenomen filmpje).
- Maak een poster o.b.v. het bestudeerde, deel dit met anderen.
Samen oefenen en toepassen van stof.
- Maak een structuur of schema op basis van de leerstof. Maak de structuur voor een deel leeg en laat je studiegenoten het schema aanvullen.
- Geef alle schema-elementen aan je studiegenoten en laat hen de structuur bouwen met de elementen.
- Bedenk met een kleine groepje een aantal stellingen verdeeld over de stof.
- Verdeel de stof, en ga in een klein groepje de stof aan elkaar presenteren, en uitleggen, vragen stellen.
Zoek de samenwerking: samen studeren en stof verwerken (train elkaar)
- Niets is zo effectief dan iets ontwerpen op basis van de leerstof.
- Bij vrijwel alle werkvormen waarin je visualiseert, vragen maakt, schematiseert, een mindmap of een spelvorm maakt of een Power Point presentatie voorbereidt, kan het niet anders dan dat je actief met de stof aan de slag gaat.
- Je moet boven de stof gaan staan, doorgronden, interpreteren, uitleggen, kortom de stof actief verwerken en bewerken.
- Deze inspanning levert niet alleen een leerresultaat voor jezelf op, maar ook een ‘product’ dat je met anderen kunt delen, spelen, uitwisselen, of waarover je kunt debatteren en een discussie organiseren.